Het gedenkpark Orthen ligt verscholen achter een muur van groen. De huidige toegang aan de Fort Orthenlaan bestaat uit een verzinkt spijlenhek waar op onsamenhangende losse borden voorschriften en openingstijden staan aangegeven. Het is een harde grens. Functioneel is hier niets mis mee, maar het geeft de begraafplaats meer de beleving van een afgelegen sportpark dan die van een gedenkplek. Dit gebrek aan herkenning en verwelkoming vormt de kernvraag van de opgave.
Eén object in de as van de kapel, dat is het concept. Met dat ene object wordt deze as zichtbaar gemaakt, ontstaat er een gescheiden in- en uitgang en vervalt het gebruik van de toegangsweg als parkeerplaats. De sculptuur - die ‘Charons veer’ wordt genoemd - zorgt met een ligging gedeeltelijk binnen en gedeeltelijk buiten het gedenkpark voor een vloeiende overgang.
Een hoge mast markeert de toegang en maakt de plek ook van afstand herkenbaar. De twee hekken zijn onderdeel van de sculptuur. Buiten openingstijd kan het park daarmee worden afgesloten. Dan sluiten ze aan op twee informatiezuilen die tegelijkertijd de overgang naar het bestaande hekwerk vormen. Deze informatiezuilen bevatten de ‘dienstregeling’ en voorschriften van het park en het theehuis. Aan de voet van de mast bevindt zich een verlichte wissellijst voor aankondigingen.
De sculptuur is gemaakt van (hergebruikt) Cortenstaal, een materiaal met hoge restwaarde. In het donker geeft een lichtlijn de ‘waterlijn’ aan en de mastverlichting maakt het object van veraf zichtbaar. De gebakken klinkerbestrating van de Kapelweg wordt als een loper naar buiten toe doorgetrokken en eindigt als de boeggolf van het veer.